De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 12 januari met minister Koolmees over het wetsvoorstel Bedrag ineens, Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) en verlofsparen. Aan het einde van het debat werd het wetsvoorstel zonder stemming aanvaard.

Na kritiek van de Kamer op de uitvoerbaarheid van het onderdeel Bedrag ineens van het voorstel zegde de minister namelijk toe de invoering van dat deel van de wet met een jaar uit te stellen tot 1 januari 2023.

Over het Bedrag ineens zei hij dat om mensen te beschermen de standaard is 'geen bedrag ineens'. Er is veel overleg geweest met de pensioenuitvoerders waarbij ook over alternatieven is gesproken.

2023

Koolmees zei dat hij bereid was het wetsvoorstel een jaar later in te laten gaan (1 januari 2023 in plaats van 1 januari 2022) zodat ook uitvoerders meer tijd hebben om voorzieningen in te richten. Hij zal de extra tijd ook gebruiken om te kijken welke aanpassingen nodig zijn om uitvoerbaarheid te verbeteren. De minister let daarbij op dat het goed communiceerbaar is naar de deelnemer. Ook zal hij ook oog houden voor juridische mogelijkheden voor gelijke behandeling. 'Aanpassing van de wetgeving ligt in de rede', aldus Koolmees.

 

Bron: Eerste Kamer

Downloads