In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd de komende jaren in vertraagd tempo stijgt tot 67 jaar in 2024. Daarna wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen. De voorbereidingen voor het betreffende wetsvoorstel zijn gestart. Minister Koolmees informeert de Tweede kamer voor de zomer van 2020 over de voortgang.

Omdat de AOW-leeftijd in 2025 voor 1 januari 2020 moet worden vastgesteld, gebeurt dit nog volgens de huidige wetgeving. Op basis hiervan komt de AOW-leeftijd in 2025 uit op 67 jaar en drie maanden. Zodra de afspraak uit het pensioenakkoord een wettelijke grondslag heeft, komt de AOW-leeftijd ook in 2025 uit op 67 jaar.

Documenten

Kamerbrief over AOW-leeftijd in 2025

Minister Koolmees informeert de Tweede Kamer over AOW-leeftijd in 2025.

Kamerstuk: Kamerbrief | 01-11-2019

Bron: Rijksoverheid