In Nederland is het primair aan sociale partners om een aanvullende pensioenregeling overeen te komen en aan te bieden. Dit is echter niet verplicht. Dat leidt ertoe dat niet alle werknemers pensioen opbouwen via hun werkgever en er een zogenoemde “witte vlek” ontstaat.

Met de afspraken in het Pensioenakkoord hebben sociale partners zich gecommitteerd om de witte vlek de komende jaren te reduceren. Met het nieuwe pensioenstelsel zal het zwaartepunt van pensioenopbouw naar het begin van de loopbaan verschuiven. Het wordt daarmee des te belangrijker dat meer jongeren, die nu nog ongeveer de helft van de witte vlek vormen, pensioen opbouwen.

De meest recente cijfers van het CBS over de witte vlek hebben betrekking op het jaar 2019 en zijn van voor bovengenoemde maatregelen. De cijfers tonen aan dat de omvang van de witte vlek in 2019 een ongeveer gelijke omvang heeft als in 2016, namelijk om en nabij de 13%.

Werknemers

In 2019 (peildatum 20 december 2019) waren er 6,98 miljoen werknemers in Nederland. Daarvan bouwden 936 duizend werknemers geen pensioen op via hun werkgever (zogenaamde witte werknemers). De witte vlek in 2019 komt daarmee uit op ongeveer 13,4%. In 2016 waren er 6,56 miljoen werknemers, waarvan 856 duizend witte werknemers, wat neerkwam op een witte vlek van 13,1%. ;  Dit betekent dat de witte vlek als aandeel van het totaal aantal werknemers tussen 2016 en 2019 redelijk stabiel was.


Bron: Rijksoverheid